Aan het woord: Sanne Moorman

Sanne Moorman: doet onderzoek naar de hersenmechanismen van vocaal leren in zebravinken

Portretfoto Sanne Moorman‘’Ik doe onderzoek naar het type leren dat wij mensen gebruiken om onze spraak aan te leren. Dit heet vocaal leren. Kinderen doen dit natuurlijk, maar als we een nieuwe taal leren als volwassenen, doen we dit ook. Dit is een speciale vorm van leren, waarbij we de geluiden en klanken die we horen proberen na te doen. Niet alleen mensen doen dit, maar zangvogels leren ook op deze manier. Bij mensen kan je wel hersenscans maken, maar kan je geen testen doen op celniveau. Daarom gebruiken we voor dit onderzoek proefdieren.

Wij bestuderen zebravinken. Deze zangvogels worden vaker voor dit soort onderzoek gebruikt, omdat ze in korte tijd hun lied leren en dat we door hun zang op te nemen, het leerresultaat precies kunnen meten. In een deel van de experimenten doen we vooral heel veel zangopnames van de ouders en van de jongen, en vergelijken we deze met elkaar. Dan kan je bijvoorbeeld de omstandigheden manipuleren en kijken of dat een effect heeft op het aanleren van het liedje.

Om hersenactiviteit in de vogels te meten gebruiken we verschillende technieken. Op dit moment zijn we voornamelijk bezig met een nieuwe microscopietechniek, waarbij de vogels hun eigen miniatuur microscoop op hun hoofd krijgen gemonteerd. Op deze manier kunnen we met één vogel de reactie op meerdere geluiden vergelijken en hersenactiviteit volgen tijdens leerervaringen.

We passen ook veel verfijning toe, door de vogels zoveel mogelijk sociaal contact, ruimte en kooiverrijking te geven. Dat is niet alleen goed voor het welzijn van de vogels, maar ook voor de onderzoeksresultaten. Het is voor de jongen namelijk erg belangrijk om het liedje goed te leren van de ouders en de vogels zingen meer als ze minder gestrest zijn. We proberen doorlopend te werken aan het verminderen en verfijnen van de proefdieronderzoeken.’’