Jocelien Olivier: Doet onderzoek naar het gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap.
“We doen onderzoek naar het gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap en hoe dat de nakomelingen beïnvloedt. We willen kijken of het brein van pasgeborenen zich anders ontwikkelt, want we weten wel dat het gedrag anders is. We willen graag de onderliggende oorzaken daarvan onderzoeken. Onderzoek in zwangere vrouwen is natuurlijk ethisch niet mogelijk, en dat willen we ook niet, omdat we dan gezonde zwangere vrouwen met antidepressiva moeten behandelen. Er is wel onderzoek bij mensen, waarbij er op jonge en latere leeftijd onderzoek gedaan wordt, maar dat gaat natuurlijk niet zo snel. Als je wil kijken naar de onderliggende werkingen in het lichaam, dan heb je echt de hersenen nodig en moet je daar specifiek in kijken. Dus dat kan gewoon niet in mensen. Ook belangrijk is het om te noemen dat bij het testen van nieuwe medicijnen vooralsnog het ook verplicht is om de veiligheid van het medicijn eerst in proefdieren te testen. Met name als het om de volgende generatie gaat, is dit zeer belangrijk.
We doen heel veel onderzoek naar gedrag in ratten. Met name sociaal gedrag, waarbij je moet denken aan speelgedrag, sociale interacties, seksueel gedrag, agressie, maar ook naar affectief gedrag (angst/ depressie). Daarnaast kijken we ook naar cognitie, leren en geheugen.
We kijken altijd naar hoeveel dieren er minimaal nodig zijn om iets aan te kunnen tonen en gebruiken ook niet meer dan nodig is. Je wilt daarbij ook niet te weinig dieren gebruiken, want dan heb je het risico dat je onderzoek niks oplevert. We kijken of we dingen anders kunnen aanpakken zodat het onderzoek minder stressvol wordt voor de ratten. We hebben bijvoorbeeld een methode ontwikkeld waardoor de ratten niet meer stil hoeven te zitten als we ze injecteren, maar vrij kunnen blijven bewegen. Dit is een voorbeeld van verfijning. Omdat we met name onderzoek doen naar gedrag en veranderingen in de hersenen, kunnen wij dierproeven niet vervangen met een alternatief, maar waar onderzoek het toelaat is het belangrijk om alternatieven te gebruiken.”